Vroeg of laat kom je met het probleem beroepskeuze in aanraking. Als kind blootgesteld aan relevante anderen, meestal ouders, ontstaat al een voorkeur voor een bepaald beroep. Ietwat naïef, van brandweerman of piloot tot zuster wordt die voorkeur gedurende de vroege levensloop door het kind zelf, of relevante anderen ingevuld.\r\n\r\nBeroepskeuze komt pas als reëel probleem aan bod in de pubertijd, waarna voorafgaand aan de emerging adulthood keuzes gemaakt moeten worden en beslissingen genomen. Het moment waarop dat gebeurt is te kenschetsen als een beslismoment met verregaande implicaties. De school, de ouders en de jongere zelf dienen hier weloverwogen te werk te gaan.\r\n\r\nHier zijn naast het kind en de ouders vele partijen bij betrokken. Andere belanghebbenden op een hoger aggregatieniveau gaan een rol spelen en er zijn een groot aantal maatschappelijk factoren, zowel sociaaleconomisch, maar ook cultureel die de uiteindelijke keuze medebepalen. Die beslissingen hebben vergaand implicaties voor kansen op de arbeidsmarkt. Uit de praktijk blijkt dat niet iedereen in staat is aan de eigen loopbaan voldoende richting te geven, wat blijkt uit het hoge aantal uitvallers op school, en later in het bedrijfsleven.\r\n\r\nDaar dit niet in de laatste plaats een individueel probleem is, dat ook als zodanig wordt onderkend is beroepskeuze vanaf begin vorige eeuw institutioneel ingekaderd geraakt. Op de meeste scholen circuleert een beroepskeuze adviseur, of wordt in de lessen aandacht besteed aan je latere beroep. Ook in het bedrijfsleven zijn loopbaanmanagers actief die kunnen bijstaan op momenten dat alocatiebeslissingen moet worden genomen. Tegenwoordig is de loopbaan verworden tot een onderneming. Op de arbeidsmarkt, gereguleerd door overheidsmaatregelen, is het zaak pro-actief en zelfbewust tot transactie te komen. Een arbeidsrelatie voor het leven is niet voor iedereen weggelegd, een individuele loopbaan is wel het uiteindelijke resultaat.